Vakantiegeld instellen wanneer dit niet reservering 1 is

Wanneer het vakantiegeld niet op reservering 1 wordt ingesteld, dan kan hiervoor reservering 3 of 4 worden gebruikt. Het is niet mogelijk om het vakantiegeld op reservering 2 in te richten. In dit artikel zal eerst worden uitgelegd waarom reservering 2 niet als vakantiegeld reservering kan worden ingericht, daarna zal worden uitgelegd hoe een vakantiegeld reservering kan worden ingericht als het niet reservering 1 is. 

 

Reservering 2 kan niet als vakantiegeld reservering gebruikt worden

Achter het gebruik van reservering 2 zitten standaard rubrieken gekoppeld. Deze rubrieken gaan mee in de loonaangifte. 

Dit heeft te maken met het UWV. In de specificaties van de Belastingdienst staat dat er voor bepaalde loonelementen bepaalde rubrieken meegegeven dienen te worden. Dit is nodig inzake het vaststellen van het maatmanloon in het kader van de uitkeringen werknemersverzekeringen.

De volgende loonelementen dienen onder de volgende rubrieken aangegeven te worden middels de loonaangifte:

Vakantiebijslag (rubriek <VakBsl>): dit is het bedrag aan vakantiebijslag dat er daadwerkelijk uitbetaald wordt in een aangiftetijdvak.

Opgebouwd recht vakantiebijslag (rubriek <OpgRchtVakBsl>): dit is het bruto bedrag dat per aangiftetijdvak voor de werknemer wordt gereserveerd en dat de werknemer dus aan vakantiebijslag opbouwt.

Arbeidsvoorwaardenbedrag (rubriek <OpnAvwb>): hieronder valt het bruto bedrag dat naast het loon en vakantiebijslag is uitbetaald in het tijdvak naar aanleiding van afspraken en de (individuele of collectieve) arbeidsovereenkomst. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de jaarlijkse eindejaarsuitkering die uitbetaald wordt.

Opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag (rubriek <OpbAvwb>): hieronder valt het bruto bedrag dat aan rechten op vaste vergoedingen naast het loon en vakantiebijslag is opgebouwd in het tijdvak naar aanleiding van afspraken in de (individuele of collectieve) arbeidsovereenkomst.

Zoals je hebt kunnen lezen, is het dus van belang dat de juiste loonelementen via de juiste rubrieken in de loonaangifte worden aangegeven.

Omdat wij binnen Nmbrs aan reserveringsnummer 1 en 2 -bij default- de rubrieken hebben gekoppeld <VakBsl>, <OpgRchtVakBsl> respectievelijk <OpnAvwb>, <OpbAvwb> is het dus van belang om te weten dat wanneer je vakantiegeld anders gaat inrichten dan op reservering 1, je dit NIET dient in te richten op reserveringsnummer 2.

 

 

Vakantiegeld reservering als dit niet reservering 1 is

Als je gebruikt maakt van reservering 3 of 4 als reservering voor het vakantiegeld, dan zal deze (waarschijnlijk) ook mee moeten met de loonaangifte. Op deze manier is dan ook bekend bij de belastingdienst (en UWV) dat er vakantiegeld wordt gereserveerd.

Om dit bij (bijvoorbeeld) reservering 3 voor elkaar te krijgen zul je aan de looncomponenten, die betrekking hebben op de reservering en uitbetaling van de reservering, nog zelf grondslagen moeten toevoegen:

  1. Voeg aan LC 7730 de grondslag 20200 Loonaangifte Vakantiebijslag toe.
  2. Voeg aan LC 7731 de grondslag 20201 Loonaangifte Opg. Rcht. Vakantiebijslag toe.

Dit kan door de looncomponenten aan het loonmodel toe te voegen en vervolgens de grondslagen toe te voegen, zie hiervoor: 

Lees dit artikel om de juiste inrichting te bewerkstelligen:

Opmerkingen