Eigen CAO-model aanmaken

Het werken met CAO-modellen in Nmbrs biedt efficiënte mogelijkheden om meerdere bedrijven, die onder dezelfde CAO vallen, te beheren. Dit maakt het inrichten van nieuwe bedrijven sneller en aanpassingen binnen een CAO eenvoudig te implementeren. Nmbrs biedt systeem-CAO-modellen aan, maar je kunt ook zelf een CAO-model aanmaken.

Inhoud

  1. Voorbereiding
  2. Roostermodel aanmaken
  3. CAO-model aanmaken en beheren
  4. CAO-model koppelen op bedrijfsniveau
  5. Gebruik in een default bedrijf
  6. Meerdere CAO-modellen binnen één bedrijf
  7. Halverwege het jaar een CAO-model implementeren

Voorbereiding

Om CAO-modellen te gebruiken, moeten de volgende dashlets beschikbaar zijn:

  • CAO-model
  • Roostermodel
  • Reserveringsmodel
  • Urenreserveringsmodel
  • Verlofmodel

Bekijk de kennisbank voor instructies over het aanpassen van gebruikersrechten: Waarom is een (nieuwe) feature / dashlet niet zichtbaar?

Het inrichten van het CAO-model betreft verschillende acties. Er moet ten eerste een roostermodel, urenmodel en een loonmodel worden aangemaakt. Klik hier voor een uitleg hoe een loonmodel en een urenmodel aangemaakt kunnen worden. Hieronder wordt uitgelegd hoe een roostermodel aangemaakt kan worden. 

Belangrijk: Wijzigingen in een CAO-model forceren geen TWK-correctie. Dit moet handmatig worden uitgevoerd, lees hier hoe dit te doen.

Roostermodel aanmaken

  1. Ga op masterniveau naar Instellingen > Master Salarisinstellingen > Roostermodel.
  2. Klik op het tabblad Modellen en kies + Nieuw Roostermodel.
  3. Geef het roostermodel een nummer en een naam en sla op.
  4. Voeg een rooster toe aan het model via het tabblad Roosters:
    • Kies een startdatum, calculatiemethode en vul de uren in (voor Week 1 en Week 2).

Tip: Verwijder een roostermodel via het kruis-icoon, maar ontkoppel het eerst in het CAO-model dashlet.

CAO-model aanmaken en beheren

  1. Ga naar Instellingen > CAO-model.
  2. Klik op het tabblad CAO Modellen en selecteer + Nieuw CAO Model.
  3. Vul een nummer en naam in en sla op.

Aanpassingen in een CAO-model:

  • Fulltime Rooster: Koppel een roostermodel (verplicht).
  • Loonmodel/Urenmodel: Voeg standaardmodellen toe (verplicht). Extra loon- of urencodes kunnen op bedrijfsniveau in model 2 worden toegevoegd.
  • Branches: Voeg optioneel branche-instellingen toe.
  • Salaristabel: Voeg optioneel een salaristabel toe.
  • Reserverings-, urenreserverings- en verlofmodel: Voeg bijbehorende modellen toe.
  • CAO-code: Koppelen is verplicht.

CAO-model koppelen op bedrijfsniveau

  1. Selecteer het bedrijf en ga naar Salarisinstellingen via de menu-knop.
  2. Klik op Bewerken en vink Master en Debiteur aan.
  3. Selecteer een of meerdere CAO-modellen en sla op.
  4. Stel in het geval van meerdere modellen een standaard CAO-model in via Set Default.

Opmerkingen:

  • Als een CAO-model is geselecteerd, overschrijft dit de bedrijfsinstellingen.
  • Je kunt loonmodel 2, urenmodel 2 of branche 3 toevoegen voor bedrijfsspecifieke regelingen.

mceclip0.png

Gebruik in een default bedrijf

Bij het koppelen van een CAO-model aan een default bedrijf worden de instellingen centraal beheerd (zoals reserveringen en roosters). Overige instellingen, zoals workflows en de SVW tabel, worden gekopieerd van het default bedrijf en blijven losgekoppeld van het CAO model.

Zie deze pagina voor meer informatie over default bedrijven.

Meerdere CAO-modellen binnen één bedrijf

Het is mogelijk om meerdere CAO-modellen te gebruiken:

  • Selecteer verschillende modellen in de dropdown. Dit kunnen meerdere eigen CAO-modellen zijn of meerdere systeem CAO-modellen, een combinatie van beide is niet mogelijk.
  • Wijs via 'set default' een standaardmodel toe; dit wordt automatisch toegepast op medewerkers.
  • Op medewerkersniveau kun je middels het dashlet CAO model afwijken van het standaardmodel.

Halverwege het jaar een CAO-model implementeren

Een CAO-model kan op elk moment worden toegevoegd. Houd er rekening mee dat de instellingen van het CAO-model de bedrijfsinstellingen vanaf dat moment overschrijven.

Let op:

  1. Controleer de bedrijfs-SVW-tabel bij nieuwe bedrijven. Dit wordt niet automatisch gevuld door het CAO-model.
  2. Bij instellingen in reserveringmodellen, verlofmodellen en roostermodellen op masterniveau wordt altijd de laatste versie weergegeven, ook als deze pas in een toekomstig jaar van toepassing is. In de historie kan je alle versies van de instellingen zien.
  3. Reservering- en verlofinstellingen op bedrijfsniveau en medewerkerniveau worden gemaakt per reserveringnummer en per verlofgroepnummer. Als een ander reserveringmodel of verlofmodel wordt toegepast, dan blijven de instellingen op bedrijfsniveau en medewerkerniveau van toepassing.
  4. In de snelinvoer kunnen alleen loon- en urencodes gekozen worden van het default CAO-model + loon/urenmodel 2.
  5. Verlofinstellingen worden per jaar berekend; bij een wisseling halverwege het jaar geldt het laatste verlofmodel voor het hele jaar.

 

Opmerkingen