Hoe gaat Nmbrs de lage dan wel hoge premie toepassen?

Een onderdeel van de WAB is een aanpassing van de premiedifferentiatie WW. De premie Algemeen Werkloosheidsfonds (hierna: AWf ) kent op dit moment 1 percentage.

Met ingang van 1 januari 2020 gelden voor de premie AWf 2 percentages: de premie AWf laag (hierna: lage premie) en de premie AWf hoog (hierna: hoge premie). Het verschil tussen beide premies bedraagt 5 procentpunt.

De lage premie is van toepassing als aan 3 voorwaarden wordt voldaan:

  1. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
  2. De arbeidsovereenkomst is schriftelijk
  3. Er is geen sprake van een oproepovereenkomst

Binnen Visma Nmbrs worden punt 1 en 2 bepaald aan de hand van de instellingen van het contract:

Screenshot_2019-11-12_at_10.49.15.png

De oproepovereenkomst (nr. 3) wordt bepaald aan de hand van de invloed verzekeringsplicht van de medewerker (SVW instellingen). Als de verzekeringsplicht "D | Oproep/invalkracht zonder verplichting om te komen" of "E | Oproep/invalkracht met verplichting om te komen" is dan zien we deze medewerker als oproepkracht:

Screenshot_2019-12-03_at_09.32.00.png

Run controle (per 2020)

1. De medewerker geen roosteruren heeft en de Invloed verzekeringsplicht van de medewerker niet "D" of  "E" heeft. (vermoedelijk is er wel sprake van een oproepovereenkomst)

2. De medewerker wel roosteruren heeft en de Invloed verzekeringsplicht van de medewerker wel "D" of  "E" heeft. (vermoedelijk is er geen sprake van een oproepovereenkomst).

 

Bijzondere situaties (altijd lage premie)

Er is een drietal situaties waarin de lage premie altijd mag worden toegepast.

1. Als de werknemer een BBL’er is (BBL staat voor Beroepsbegeleidende Leerweg)

Vanaf 2020 komt er een nieuwe aard arbeidsverhouding "83 - Beroep begeleidende leerweg (BBL)", deze aardarbeidsverhouding zal beschikbaar zijn als het actieve jaar 2020 is, ofwel nadat de jaarwissel is uitgevoerd. Als een medewerker deze nieuwe aar arbeidsverhouding heeft dan passen we de lage premie toe.

2. Als een werknemer jonger dan 21 jaar is en aan de urennorm voldoet (bij maand 52 en bij vierweken 48 of minder verloonde uren)

We zullen de lage premie automatisch toepassen als er sprake is van deze situatie. Als een medewerker in een maand bijvoorbeeld 50 verloonde uren heeft dan passen we de lage premie toe en als er meer dan 52 verloonde uren zijn dan de hoge premie.

Houdt er rekening mee dat de Belastingdienst naar het loonaangiftetijdvak kijkt en niet naar het verloningstijdvak! Zorg ervoor dat deze zoveel mogelijk aansluiten, dat kan mogelijk een voordeel opleveren voor de te betalen premie.

Weekverloning
We voegen de weken samen voor het vierweken-loonaangiftetijdvak, de uren voor week 1 t/m 4 tellen mee voor de 1e aangifte van het vierweken-loonaangiftetijdvak. Als we binnen het aangifte tijdvak boven de uren uitkomen (dat kan ook pas in week 4 gebeuren), dan passen we alsnog voor alle uren de hoge premie toe, een correctie verwerken is niet nodig.

Voor maandverloning voegen we de uren van week 45 t/m 53 (2020 heeft een extra week) samen in de loonaangifte van december.

3. Als er een uitkering vanuit de werknemersverzekering via de werkgever loopt.

Als sprake is van een uitkering vanuit het UWV die via de werkgever verloopt dan kijken we naar het soort inkomen van de medewerker (Loonheffingsinstellingen):

Screenshot_2019-11-12_at_12.12.02.png

Bij de onderstaande "soort inkomen" passen we de lage premie toe, ook zullen dan de drie contract indicaties niet naar de Belastingdienst worden verzonden.

  • 31 Uitkering in het kader van de Ziektewet (ZW) en vrijwillige verzekering Ziektewet
  • 32 Uitkering in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en particuliere verzekering ziekte, invaliditeit en ongeval
  • 33 Uitkering in het kader van de Nieuwe Werkloosheidswet (nWW)
  • 34 Uitkering in het kader van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
  • 37 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
  • 38 Samenloop (gelijktijdig of volgtijdelijk) van uitkeringen van Wajong met Waz, WAO/IVA of WGA
  • 39 Uitkering in het kader van de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA)
  • 40 Uitkering in het kader van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)
  • 43 Uitkering in het kader van de Participatiewet (voorheen WWB)

Als er naast de uitkering een aanvullend salaris is, dan dient dit binnen Nmbrs op een aparte medewerker met ander inkomstenvolgnummer verloond te worden.

 Let op!

  • Bovenstaande WAB aanpassingen hebben invloed op een aantal API calls voor de contracten en SVW instellingen. In dit artikel kan je meer lezen over de Nmbrs API aanpassingen per 2020.
  • Een oproepkracht met een hoge premie, waarbij er halverwege de maand een WAZO uitkering verwerkt moeten worden, zal hier een nieuwe medewerker voor aangemaakt moeten worden.
    Het is niet mogelijk dit op 1 medewerker te verwerken vanwege de hoge en lage premie verwerking.

 

 

Opmerkingen