Transitievergoeding verwerken

Vanaf 2020 zijn de regels voor het betalen van een transitievergoeding verscherpt. Al vanaf de eerste dag dat een medewerker in dienst is wordt een recht opgebouwd op een transitievergoeding van 1/3 van zijn/haar periodesalaris.

In Nmbrs is het mogelijk om de transitievergoeding automatisch te laten berekenen. Eveneens kan de transitievergoeding verwerkt worden via één medewerker en één loonstrook, zodat de verwerking van een transitievergoeding zo eenvoudig mogelijk is. Let op: De uitbetaling transitievergoeding in combinatie met een 30% regeling ondersteunen wij momenteel niet. Workaround: verwerk de transitievergoeding in de maand na de uitdiensttreding. In deze maand zet je de 30% regeling uit.

In dit artikel behandelen we de volgende onderwerpen:

    1. Hoe verwerk ik de transitievergoeding en hoe wordt deze getoond op de loonstrook?
    2. Hoe wordt de transitievergoeding berekend?
    3. Hoe wordt de transitievergoeding opgenomen in de loonaangifte?  

Hoe verwerk ik de transitievergoeding en hoe wordt deze getoond op de loonstrook?

Om de transitievergoeding zo eenvoudig mogelijk te verwerken is het niet nodig om een nieuwe medewerker aan te maken. In de uitdienstwizard kan aangegeven worden wanneer de transitievergoeding uitbetaald dient te worden:

  1. in de periode dat de medewerker uitdienst wordt gemeld; of
  2. in de periode nadat de medewerker uitdienst is gemeld.

In beide situaties zal de transitievergoeding bij dezelfde medewerker en op dezelfde loonstrook worden getoond. Ook zal slechts één jaaropgave gemaakt worden. In de jaaropgaven zal de transitievergoeding wel apart worden vermeld. 

Let op! als voor optie 2 (uitbetaling in de periode nadat de medewerker uitdienst is gemeld) wordt gekozen dien je, indien van toepassing, de brancheregelingen in die periode handmatig bij de betreffende medewerker te deactiveren. Dit voorkomt mogelijke foutmeldingen vanuit het pensioenfonds, zoals de melding: "1032: Het regelingloon is nul of negatief. Dat mag niet. Controleer en corrigeer het regelingloon". 

uitdienst.gif

 

Screenshot_1.png

Indien geen gebruik gemaakt wordt van de uitdienstwizard, dan kan de transitievergoeding nog steeds via één medewerker verwerkt worden. De waarde van de transitievergoeding kan handmatig ingevuld worden op looncode 3076. Het is dan echter niet mogelijk om de transitievergoeding automatisch via het systeem te berekenen.

De loonheffing voor de transitievergoeding wordt niet meer via looncode 8810 berekend. Als gebruik gemaakt wordt van looncodes 3075 of 3076, dan zal de loonheffing voor de transitievergoeding apart berekend worden tegen de groene tabel, via looncode 8830.

Let op: Medewerker onder de 18 jaar die voor 12 uur of minder per week hebben werken hebben geen recht op transitievergoeding bij ontslag. Jongeren onder de 18 jaar die meer dan 12 uur per week werken hebben wel recht op een transitievergoeding.

Hoe wordt de transitievergoeding berekend?

De berekening van de transitievergoeding bestaat uit drie stappen. 

  1. Eerst wordt het periodesalaris berekend, op basis waarvan de transitievergoeding wordt berekend.
  2. Daarna wordt het aantal periodes vastgesteld dat de medewerker in dienst was.
  3. Als laatste wordt de transitievergoeding berekend.

De verschillende getallen waarmee de transitievergoeding berekend wordt, staan genoteerd onder de 'i' van informatie:

mceclip0.png

Hieronder worden de stappen in meer detail beschreven.

Het periodesalaris voor de transitievergoeding

Voor de berekening van de transitievergoeding wordt eerst het periodesalaris vastgesteld. Het periodesalaris bestaat uit 3 componenten:

1) Salaris
Als de medewerker een rooster heeft dan wordt als eerste gekeken naar het salaris in de laatste periode van het dienstverband. Dit salaris wordt als volgt berekend: Fulltime salaris * parttime factor uit het rooster. 

Als een medewerker geen vast rooster heeft dan wordt geen rekening gehouden met het salaris, maar wordt dit berekend op basis van de waarden op urencode 2100 voor het afgelopen jaar dat de medewerker in dienst was. Als de medewerker minder dan een jaar in dienst was dan wordt deze waarde berekend op basis van het werkelijke aantal periodes dat de medewerker in dienst was.

De berekening is als volgt:
Periode 1: 50 uren op looncode 1000 (urencode 2100)
Periode 2: 80 uren op looncode 1000 (urencode 2100)
Periode 3: 120 urenop looncode 1000 (urencodes 2100)
Periode 4: 150 uren op looncode 1000 (urencode 2100)
Periode 5: Uitdienst

De uren worden bij elkaar opgeteld voor periode 1 t/m 4:  50 + 80 + 120 + 150 = 400, dit wordt vervolgens vermenigvuldigd met het uurloon: 400 * 10 = 4000 / 4 (periodes excl uitdienst periode)= 1000. (let op: Indien de medewerker halverwege de periode indienst is gekomen, dient dit berekend te worden. Stel de medewerker komt op 21/1 indienst  en de maand telt 31 dagen. De volgende berekening is dan van toepassing; 11 / 31 = 0.3548, ipv bovenstaande voorbeeld deel je het salaris niet door 4 maar door 0.3548)

Mocht er een salarisverhoging plaats vinden in bijvoorbeeld periode 4 dan valt het hoger uit en worden de uren tegen het hogere salaris berekend en valt de transitievergoeding hoger uit.  

De gemiddelde gewerkte uren worden vermenigvuldigd met het uurloon. 

Let op! Indien de medewerker de vorige maand (en maanden ervoor) geen salaris heeft ontvangen, kan de transitievergoeding niet automatisch berekend worden en dient deze handmatig opgegeven te worden.

2) Looncomponenten
Het tweede deel van het periodesalaris bestaat uit de (vaste) looncomponenten die aan de medewerker zijn uitbetaald. Hierbij wordt in Nmbrs onderscheid gemaakt tussen drie types looncodes:

  1. looncodes die niet meetellen voor de berekening;
  2. looncodes waarbij voor het bepalen van de totale waarde naar het afgelopen jaar gekeken wordt. Hierbij wordt gerekend vanaf de periode dat de medewerker uit dienst gemeld is. Als een medewerker bijvoorbeeld in periode 2-2020 uit dienst gemeld wordt dan zal tot 2-2019 teruggekeken worden voor het vaststellen van de totale waarden;
  3. looncodes waarbij voor het vaststellen van de waarden gekeken wordt naar de afgelopen 3 jaar. Let op: Er wordt gekeken naar de afgelopen 36 maanden voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de medewerker uit dienst gaat. Bijvoorbeeld: Medewerker uit dienst op 31-07-2020. Waarde van de looncodes  afgelopen 3 jaar zijn: 2017, 2018 en 2019.

3) Reserveringen
Het laatste component van de berekening bestaat uit de reserveringen. Voor het vaststellen van de reservering wordt gekeken naar de reserveringen. In de ‘wizard’ kan aangegeven worden welke reserveringen wel en welke niet meegenomen dienen te worden in de berekening. De reservering wordt berekend door het periodesalaris voor de transitievergoeding (ofwel de waarden die in stappen 1 en 2 zijn berekend) te vermenigvuldigen met het percentage uit de betreffende reserveringen. Als een reservering wordt meegenomen in een andere reservering, bijvoorbeeld als reservering 1 wordt meegenomen in de berekening van reservering 2, dan zal hiermee bij het vaststellen van de transitievergoeding ook automatisch rekening gehouden worden.

Als de drie componenten bekend zijn dan kan het periodesalaris voor de berekening van de transitievergoeding worden berekend door deze componenten bij elkaar op te tellen.

Zodra het periodesalaris berekend is volgt de volgende stap.

Het aantal periodes in dienst

Nadat het periodesalaris voor de transitievergoeding is berekend wordt berekend hoeveel periodes de betreffende medewerker in dienst is geweest. Als eerste wordt het aantal periodes dat een medewerker volledig in dienst was vastgesteld. Hierbij wordt het aantal jaren dat een medewerker in dienst was vermenigvuldigd met het aantal periodes in het jaar (12 voor een bedrijf met een maandverloning en 13 voor een bedrijf met een 4-wekenverloning).

Als een medewerker bijvoorbeeld op 1 juli 2018 in dienst komt en op 31 mei 2020 zijn laatste werkdag heeft, dan is deze medewerker 23 periodes in dienst geweest.

Vervolgens wordt bekeken hoeveel losse dagen de medewerker in dienst is geweest. Hierbij wordt gekeken naar zowel de gebroken periode waarin een medewerker in dienst is gekomen als de gebroken periode waarin een medewerker uit dienst is gemeld. De pro rata wordt berekend door de werkelijke dagen die een medewerker in dienst is geweest te delen door het werkelijke aantal dagen in de periode.

Een medewerker komt bijvoorbeeld op 20 januari 2020 in dienst en wordt op 10 april 2020 uit dienst gemeld. Dan is deze medewerker 2 volledige periodes in dienst geweest (februari en maart). Voor januari heeft deze medewerker een pro rata van 12/31 en voor april 10/30. In totaal is deze medewerker dus 2 + 12/31 + 10/30 = 2,7204 periodes in dienst geweest. 

Berekening van de transitievergoeding

Zodra het periodesalaris is berekend en bekend is hoeveel periodes de medewerker in dienst is geweest kan de transitievergoeding worden berekend. Voor het berekenen van de transitievergoeding wordt de volgende formule gehanteerd:

Periodesalaris * ((1/3) / 12 (maanden) ) * Periodes in dienst

Zodra de waarde in het veld transitievergoeding is ingevuld (automatisch berekend of handmatig) en gecontroleerd kan verder worden gegaan met de uitdienstwizard. Nadat de wizard helemaal is doorlopen zal de transitievergoeding geboekt worden op looncode 3075. Indien het achteraf nodig is om de transitievergoeding aan te passen, dan kan de waarde op looncode 3075 handmatig aangepast worden in het dashlet Looncodes.

Voorbeeldberekening

  • Gegevens:
    • Salaris = 3000
    • Parttime% = 100
    • Vakantiegeld% = 8
    • In dienst = 12-06-2017
    • Uit dienst = 14-02-2020
    • Extra waarden op looncodes = 500 
  • Het periodesalaris voor de berekening van de transitievergoeding is:
    • Salaris = 3000 * 1 = 3000
    • Jaarwaarden Looncodes voor afgelopen jaar = 500 / aantal periodes per jaar = 500 / 12 = 41,67
    • Vakantiegeldreservering (C) = (3000+41,67) * 8% = 243,33
    • Periodesalaris voor de transitievergoeding (D) = 3000 + 41,67 + 243,33 = 3285 
  • Periodes dat de medewerker in dienst was:
    • 2 volledige jaren, 7 volledige periodes en 33 losse dagen
    • Aantal periodes in dienst (E) = (2 * periodes in jaar) + 7 + (19/30) + (14/29) = (2*12) + 7 + (19/30) + (14/29) = 32,1161 

Berekende transitievergoeding:
Transitievergoeding = Periodesalaris voor transitievergoeding * ( (1/3) / 12 (maanden) ) * periodes in dienst = 3285 * ((1/3)/12) * 32,1161 = 2930,59

 

Hoe wordt de transitievergoeding opgenomen in de loonaangifte?

In de loonaangifte wordt de medewerker vervolgens gesplitst:  er wordt een tweede medewerker aangemaakt via welke de gegevens voor de transitievergoeding aan de Belastingdienst worden doorgegeven. Voor de persoonlijke gegevens wordt gekeken naar de oorspronkelijke medewerker. Hieronder belichten wij de belangrijkste velden uit de loonaangifte nader.

  • Personeelsnummer (PersNr): het oorspronkelijke personeelsnummer van de medewerker, maar dan voorafgegaan door de letter ‘T’. Als de medewerker in Nmbrs bijvoorbeeld personeelsnummer 12 heeft, dan wordt voor de extra medewerker personeelsnummer T12 aangeleverd.
  • IKV-nummer (NumIV): het IKV-nummer van de oorspronkelijke medewerker + 9900.
  • Soort Inkomen (SrtIV): altijd code 62.
  • Code Loonbelastingtabel (LbTab): 020.
  • Loon SV (LnSV): altijd 0.

Let op: In geval van een tegenboeking (correctie) transitievergoeding kan het zijn dat de collectieve en nominatieve aangifte niet overeenkomen. Dit kan je oplossen middels een IKV intrekking in de periode waarin de transitievergoeding oorspronkelijk was betaald. Hier kan je het volgende artikel voor raadplegen: Verkeerd BSN / IKV intrekken. Verricht de intrekking op het juiste personeelsnummer, letter 'T' gevolgd door het personeelsnummer.

 

 

Opmerkingen